Open de aan/uit-knop op het rechterbedieningspaneel om in te schakelen;
1. Handmatig starten;Druk één keer op de handmatige knop (handpalmafdruk) en druk vervolgens op de groene bevestigingsknop (start) om de motor te starten.Na 20 seconden stationair draaien wordt het hoge toerental automatisch aangepast, in afwachting van het draaien van de motor.Schakel na normaal gebruik de stroom in en verhoog geleidelijk de belasting om plotselinge belasting te voorkomen.
2. Automatisch starten;Druk op de autotoets (Auto);Start de motor automatisch, geen handmatige bediening, kan automatisch worden ingeschakeld.(Als de netspanning normaal is, kan de generator niet starten).
3. Als de unit normaal werkt (frequentie: 50 Hz, spanning: 380-410 V, motortoerental: 1500), schakel dan de schakelaar tussen de generator en de negatieve schakelaar uit en verhoog vervolgens geleidelijk de belasting en stuur stroom naar de buitenwereld.Niet plotseling overbelasten.
Generatorbediening
1. Nadat het onbelast planten stabiel is, verhoogt u geleidelijk de belasting om plotseling planten met belasting te voorkomen;
2. Let tijdens bedrijf op de volgende zaken: let altijd op de verandering van watertemperatuur, frequentie, spanning en oliedruk.Indien abnormaal, stop dan om de toestand van de brandstof-, olie- en koelvloeistofopslag te controleren.Controleer tegelijkertijd of de dieselmotor olielekkage, waterlekkage, luchtlekkage en andere abnormale verschijnselen heeft, kijk of de rookkleur van de dieseluitlaat abnormaal is (normale rookkleur is licht cyaan, als deze donkerblauw is, is deze donker zwart), moet stoppen voor inspectie.Water, olie, metaal of andere vreemde stoffen mogen niet in de motor terechtkomen.De driefasige motorspanning moet in evenwicht zijn;
3. Als er tijdens het gebruik abnormaal geluid hoorbaar is, stop dan de machine op tijd voor inspectie en oplossing;
4. Er moeten gedetailleerde gegevens zijn tijdens het gebruik, inclusief parameters voor de omgevingstoestand, bedrijfsparameters van de oliemotor, starttijd, stoptijd, stopreden, storingsreden, enz.;
Tijdens de werking van de laagvermogengeneratorset dient er voldoende brandstof aanwezig te zijn.Tijdens de werking mag de brandstof niet worden afgesloten.
Posttijd: 07-07-2023